Neoclassicisme (1760 – 1840)

Neoclassicisme is een stroming in de kunst waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd. Men richtte zich op de kunst van de oude Grieken en Romeinen. Het gaat om kunst die aan het einde van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw werd gemaakt.

Met neoclassicisme omschrijft men het werk van laat-achttiende- en vroeg-negentiende-eeuwse kunstenaars, zoals de Franse schilders Jacques Louis David en Jean Auguste Dominique Ingres. Zij streefden veel sterker naar een getrouwe navolging van de idealen die bij de oude Grieken en Romeinen leefden. Er kwam steeds meer belangstelling voor het schilderen van taferelen uit de Romeinse geschiedenis. De reden hiervan was dat men overeenkomsten zag tussen die verhalen en de eigen politieke situatie. Waarden uit de oudheid werden ‘vernieuwd’, afgebeeld in een strenge en strakke, bijna volgens wetten ontwikkelde schilderkunst.

In Nederland is de invloed van het koele afstandelijke neoclassicisme in de schilderkunst relatief beperkt gebleven. Men zag veel meer de edele eenvoud in het interieur. In Nederland kan Josephus A. Knip ( 1776 – 1847) worden gerekend tot de schilders die in de stijl van het neoclassicisme werkten.


> Terug naar stromingen overzicht