Barbizon – Oosterbeek (1830 – 1870)

Tussen 1845 en 1850 vestigden de schilders Théodore Rousseau en Jean-François Millet zich in het dorp Barbizon bij Parijs, op de grens van het Woud van Fountainebleau. Zij schilderden het omringende landschap en kregen weldra gezelschap van andere kunstenaars. De aldus ontstane groep wordt aangeduid als de School van Barbizon. Tot dat moment gebruikten kunstenaars landschappen veelal als achtergrond voor klassieke of historische taferelen. De schilders uit Barbizon stonden echter onder invloed van het nieuwe Realisme en verhieven de natuur tot een op zichzelf staand onderwerp. Het was hun doel om de natuur “realistisch” uit te beelden. Hun vrijere stijl, lichtere palet en hun interesse in lichteffecten maken hen tot voorlopers van het Impressionisme. De 'School van Barbizon' leek voorgoed te hebben afgedaan met het 'historisch landschap: in plaats van gefantaseerde klassieke ruïnes waren hun schilderijen nu gevuld met boerenschuren, kippenhokken en varkenskotten. De Franse kunstliefhebbers reageerden geschokt. De Salon-jury beijverde zich om hun inzendingen afgewezen te krijgen, en behoudende kunstcritici wedijverden met elkaar in vernietigende recensies. Na de revolutie van 1848 konden de schilders van de school van Barbizon echter niet langer geweerd worden. Op de wereldtentoonstelling van 1855 in Parijs kon het internationale publiek voor het eerst uitgebreid kennis maken met de nieuwe visie op het landschap, zoals die door de schilders in Barbizon in praktijk werd gebracht. De schok die zij aanvankelijk al in Frankrijk hadden teweeggebracht, zou zich nu over heel Europa verspreiden. Karikaturisten probeerden de plein-airistes in Barbizon belachelijk te maken door tekeningen van een bos waar onder elke boom een schilder onder een parasol aan het werk was. Inderdaad trokken steeds meer kunstenaars naar de omgeving van Fontainebleau, en de buitenschilders van het eerste uur zochten elders hun heil.

Tussen 1860 en 1870 werd Oosterbeek wel het Hollandse Barbizon genoemd. Willem Maris ontwikkelde hier zijn landschapschilderen, en maakte er in 1855 kennis met Anton Mauve. De kunstschilder Hendrik Willem Mesdag bracht hier de zomer van 1866 door, en werkte er samen met Johannes Warnardus Bilders. Ook Jan Toorop heeft hier geschilderd. Toorop vervaardigde de kruiswegstaties in de kerk van St. Bernulphus aan de Utrechtseweg. Verder heeft hier niet alleen Antoon Markus, beroemd om zijn landschappen met duidelijke lichteffecten en wolkenpartijen, hier jaren lang als kunstschilder gewerkt, maar ook Jacob Maris, Matthijs Maris, Willem Roelofs, Anton Mauve, Willem F.A.I. Vaarzon Morel, Paul Joseph Constantin Gabriël en Hendrik Dirk Kruseman van Elten.


> Terug naar stromingen overzicht