Expressionisme (1905 - 1925)

Het expressionisme (van Latijn: expressio, uitdrukking) is een stroming in de Europese kunst en de literatuur van de 20e eeuw, die zich vooral manifesteerde in de jaren 1905 tot 1940. In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid.

Belangrijk is daarbij vooral dat de gevoelswaarde, het onderbewuste, dat de kunstenaar ervaart naar aanleiding van het onderwerp, de boventoon voert. Dit in tegenstelling tot het impressionisme waarbij vooral het uiten van de werkelijkheid, zoals men die ervaart, voorop staat. Zo vervaagt in het expressionisme de band met de werkelijkheid vaak, soms valt die zelfs helemaal weg. Hierdoor krijgen onvoorstelbaar nieuwe vormen hun kans. Het expressionisme kent maar één wet: dat er geen wetten zijn, en dat die dan ook niet mogen opgelegd worden.

In latere tijden is het een verzamelnaam voor schilderijen die aan die criteria voldoen, onafhankelijk van de stroming.

Het abstract expressionisme behoort ook tot het expressionisme.

Geschiedenis

Het expressionisme is begonnen in Duitsland, vooral in kunstenaarsbewegingen, zoals Die Brücke, Der Blaue Reiter, Die Neue Sachlichkeit en het Bauhaus. In 1911 gebruikte Herwarth Walden voor het eerst de term "expressionisme" in zijn polemisch tijdschrift "Der Sturm". In diezelfde tijd ontstond in Frankrijk het fauvisme, een vergelijkbare stroming.

Het expressionisme kende een bloeitijd in het eerste kwart van de 20e eeuw.

Vooral in de schilderkunst wordt, bijvoorbeeld bij het gebruik van kleuren, vaak afgeweken van de werkelijkheid. De kleur wordt gebruikt om gevoelens te accentueren. Vaak worden ook voorbeelden uit de natuur vervormd, juist ook hier weer, om de expressiekracht te verhevigen. Daarbij wordt soms het perspectief opzettelijk niet meer juist toegepast.

Kenmerken

De basiskenmerken van het expressionisme zijn uitbundig, felle kleuren, grillige beelden, slordig geschilderd, plat vlak, geen perspectief en er wordt meer geschilderd vanuit het gevoel (het kind) dan vanuit de ratio (verstand)..

Verwante stromingen

Verwante stromingen aan het Expressionisme zijn:

  • Fauvisme
  • Abstract-expressionisme
  • Primitivisme
  • Postimpressionisme
  • Romantiek
  • Oriëntalisme
  • Neo-plasticisme
  • Neo-expressionisme

Expressionistische kunstschilders

Vanaf die periode waren de belangrijkste expressionistische kunstschilders:

  • Duitsland: Heinrich Campendonk, Emil Nolde, Franz Marc, Ernst Barlach, Wilhelm Lehmbruck, Karl Schmidt-Rottluff, Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Otto Mueller, August Macke, Max Beckmann, Fritz Bleyl en Paula Modersohn-Becker
  • Oostenrijk: Egon Schiele, Oskar Kokoschka
  • Italië: Amedeo Modiglani
  • Rusland: Wassily Kandinsky, Alexej von Jawlensky
  • Nederland: Charles Eyck, Willem Hofhuizen, Hendrik Chabot, Jaap Min, Jan Sluyters, Rudi Bierman, Jan Wiegers en Hendrik Werkman.
  • België: het bekende Vlaamse expressionisme wordt ons voornamelijk gebracht door de 2e kunstenaarsgroep van de Latemse Scholen, in de 1e helft van de 20e eeuw, met Constant Permeke, Gustaaf De Smet, Albert Servaes en Frits Van den Berghe. Ook James Ensor, Floris Jespers, Felix de Boeck en Albert Droesbeke worden tot de expressionisten gerekend.
  • Noorwegen: Edvard Munch
  • Engeland/Ierland: Francis Bacon
  • Zwitserland: Paul Klee

Schilderijen

Voorbeelden van schilderijen uit het eind van de 19e eeuw die expressionistisch aandoen zijn:

De kleurrijke landschappen van Vincent van Gogh met bijvoorbeeld de vlammende cipressen en sterrennachten in geëmotioneerde verftoetsen.

De schilderijen van Edvard Munch die op de Berlijnse expositie van 1892 een schandaal veroorzaakten. Het meest typische is De Schreeuw waarop de angstkreet van de omgeving het hele landschap vervormt en de man op de brug zijn handen over zijn oren houdt.


> Terug naar stromingen overzicht