trefwoord

zoeken

kunstenaar

 

stroming

 

prijsklasse

 

 



W.F.A.I.
Vaarzon Morel
| 1868 - 1955

Het Feestje

Formaat: 68,5 (h) X 80,0 (b) cm

Materiaal: Olieverf op linnen

Gesigneerd: links onder ‘W.F.A.I. Vaarzon Morel’

Datering:

Prijsgroep: tussen 50.000 en 100.000 euro

andere werken

Bij de Toonbank
De Rijn bij Oosterbeek
De varkensmarkt
Het Feestje
Na het baden
Tirolers in Berlijn

 

provenance

 

Rechtstreeks afkomstig uit de nalatenschap van de familie van de kunstenaar

 

 

opmerkingen

 

Verso: Een ander werk

Inclusief Authentiteitsverklaring namens de erven Vaarzon Morel

biografie

Willem Ferdinand Abraham Isaac Vaarzon Morel

Geboren: 9 augustus 1868 te Zutphen

Overleden: 25 januari 1955 te Koudekerke

Leven en werk:

Het was geen wonder dat Willem kunstschilder werd. Schilderstalent kwam al generaties lang in de familie voor. Willem werd geboren als zoon van Willem Ferdinand Vaarzon Morel en hij was de oudste uit een gezin van negen kinderen. Zijn vader was niet in de voetsporen getreden van de vele kunstschilders en was landmeter bij het kadaster. Rond 1885 werd vader Vaarzon Morel overgeplaatst naar het kadaster te Haarlem en daar begon Willems artistieke loopbaan. Zijn ouderlijk huis was hiervoor een goede voedingsbodem want de belangstelling van vader voor beeldende kunst was groot. Het gezin leefde in een sfeer van savoir-vivre waaraan de Franse afkomst van de familie niet vreemd zal zijn geweest.

Willem bezocht de Kunstnijverheidschool te Haarlem, de Normaalschool te Amsterdam en werd in 1888 toegelaten tot de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam onder leiding van August Allebé, de latere leermeester van Willem. In 1891 won Willem  de tweede prijs uit het Willink van Collenfonds dat later werd aangekocht door het Teylers Museum in Haarlem, zijn eerste succes als kunstenaar. Willem vestigde zich als zelfstandige kunstenaar in het zogenaamde Roode Dorp aan de Leidsevaart waar hij werkte als schilder en illustrator. Hij reisde met zijn vriend Pieter Dupont naar Parijs waar hij kennis maakte met het bruisende leven van de stad. Hij raakte gefascineerd door het straatleven, mondaine vrouwen, de markten, het verkeer, en vooral door paarden.

Op 6 juli 1899 trouwde Willem in Haarlem met Pietertje Hendrika de Jong, een welgestelde dochter van een paardenhandelaar. Zij verhuisden begin 1901 naar Arnhem en later naar Oosterbeek. Hier kwam hij in contact met Jozef Israëls, Jacob en Willem Maris. In 1910 vertrok het gezin naar Veere en richtte het gezin zich op de Franse cultuur. In de jaren twintig was het familie kapitaal opgeraakt en moest het gezin zich aanpassen aan een voor hen ongewone situatie; de eindjes moesten aan elkaar worden geknoopt. Willem onttrok zich aan de negatieve gevolgen daarvan door zich terug te trekken in zijn atelier. Ze hadden in die tijd ook geen middelen meer om nog te reizen. Willem is nog eenmaal op reis geweest naar Zwitserland vanwege een loodwitvergiftiging, een typische beroepsziekte onder schilders van die tijd. Tijdens de tweede wereldoorlog in 1943 werd het huis en atelier van het gezin gevorderd door de Duitse bezetter. Ze verhuisden naar Amsterdam en kwamen in de ellende van de hongerwinter. Na de oorlog keerde het gezin terug naar Veere maar was Willem niet meer erg productief. Hij overleed in 1955 in een verpleegtehuis Der Boede in Koudekerke op 86 jarige leeftijd.

 

Willem F.A.I. Vaarzon Morel, als schilder

De droom van Willem was om te behoren tot de beste schilder van de Amsterdamse School. Hij had groot respect voor George Hendrik Breitner, en ze kende elkaar goed. Beide waren opgeleid door August Allebé op de Rijksacademie van Amsterdam. In tegenstelling tot de Haagse School waar vooral inspiratie uit het Hollandse landschap werd gehaald, zochten zij hun inspiratie in het alledaagse leven en op straat; mensen en dieren. Willem was geen vernieuwen en liet zich niet inspireren door Vincent van Gogh, Jan Toorop of George Breitner. Hij had zijn eigen stijl dicht tegen die van Isaac Israëls die een soortgelijke vluchtige schildertrant had en dezelfde onderwerpen koos: stadsleven, parken, jonge vrouwen, dieren en bloemen. Willem was een gretig waarnemer en vastlegger van het leven van alledag.

Willem was in de eerste plaats tekenaar en illustrator totdat hij verhuisde naar Arnhem, daar legde hij zich voornamelijk toe op het schilderen in olieverf. Hij werkte meestal aan meerdere doeken tegelijkertijd. Omdat hij zijn werken niet dateerde is soms moeilijk uit te maken uit welke tijd de schilderijen stammen. Vanaf begin 1900 werden zijn schilderijen aangekocht door musea zoals Het Stedelijk en Het Teylers. Ook werd een magistraal bosgezicht door Museum Mesdag aangekocht. Hoewel hij het grootste deel van zijn leven in Veere schilderde zie je weinig dorpstaferelen in zijn werk terug. Er is vrijwel altijd een beetje heimwee naar de grote stad in zijn werken terug te vinden. Hoewel hij niet vernieuwend was is Willem altijd veeleisend en kritisch over zijn eigen werk geweest. Hij was gevoelig voor waardering en erkenning.

In 1931 schrijft hij aan zijn dochter; “en ik vraag me wel af is’t dat allemaal waard geweest en vooral nu tegenwoordig ook omdat het schilderen als vak zo in waarde is gedaald… Lange jaren heb ik met stille hoop rond geloopen, dat ik de kracht zou hebben m’n werk nog op te voeren tot laat ons zeggen werk van betekenis.”

Als we W.F.A.I. Vaarzon Morel een plaats moeten toekennen in het kunstleven van zijn tijd, dan blijkt hij duidelijk voortgekomen uit de Amsterdamse School, met August Allebé als leermeester en Breitner als voorbeeld. Hij heeft zich echter ontwikkeld tot een kolorist met een lichte elegante toets. Daarmee komt hij, net als Isaac Israëls, dichter bij het Frans post-impressionisme dan bij de grijzige Haagse School en blijft er een zuidelijk accent in zijn werk met heimwee naar de mediterrane levensvreugde.

Musea:

Werken van Willem Ferdinand Abraham Isaac Vaarzon Morel zijn o.a. te zien in het Zeeuws Museum te Middelburg