trefwoord

zoeken

kunstenaar

 

stroming

 

prijsklasse

 

 



Andreas
Schelfhout
| 1787 - 1870

Een boerenhoeve in de zomer met verschillende figuren

Formaat: 53,0 (h) X 65,0 (b) cm

Materiaal: Olieverf op paneel

Gesigneerd: rechts onder ‘A. Schelfhout’

Datering:  1820 - 1825

Prijsgroep: tussen 25.000 en 50.000 euro

 

provenance

 

Particuliere collectie

biografie

Andreas Schelfhout

Geboren:  16 februari 1787 te Den Haag

Overleden: 19 april 1870 te Den Haag

Leven en werk:

De kunstschilder, etser en lithograaf Andreas Schelfhout werd op 16 februari 1787 in Den Haag geboren als zoon van een lijstenmaker en vergulder uit Gent. Hij begon als medewerker van zijn vader bij het maken en vergulden van lijsten tot zijn vierentwintigste. Hij was ook gevelschilder, maar maakte schilderijen in zijn vrije tijd. In 1811 maakte Schelfhout zijn debuut in een tentoonstelling met drie kleine werken. Deze landschappen trokken de belangstelling van het publiek. Zijn ouders begrepen dat hij potentieel bezat en stuurden hem voor verdere opleiding naar Joannes Breckenheijmer, die toneeldecorateur bij de Haagse Schouwburg was. Hij leerde er niet alleen de technische aspecten van het vak, zoals perspectief en verfbereiding, maar ook hoe hij landschappen of stadsscenes moest schilderen. Hij maakte studies van de grote meesters uit de 17de eeuw en begon te schilderen in de open lucht (hij was hierin een voorloper van de School van Barbizon).

Schelfhout behoort tot de romantiek en staat bekend als voorloper van de Haagse School Zijn stijl is geïnspireerd door die van Meindert Hobbema en Jacob van Ruisdael. Vooral zijn winterlandschappen en ijslandschappen met schaatsers waren al tijdens zijn leven zeer vermaard. Hij groeide uit tot een van de invloedrijkste Nederlandse landschapschilders van zijn eeuw.

Schelfhout heeft zich gedurende zijn leven met name toe gelegd op het maken van stadsgezichten en landschappen en wordt gezien als een voorloper van de  Haagse school

Toen zijn vader Jean-Baptiste Schelfaut vanuit Gent (België) naar ‘s -Gravenhage verhuisde en zich op 20 oktober 1788 inschreef bij het Sint Lucas Gilde, verstond de Haagse klerk zijn Gentse tongval niet en noteerde: Schilfhout. De Vlaming uit het Land van Maas had op zijn beurt geen kaas gegeten van het Haags accent en sindsdien noemt de familie zich maar Schelfhout.

Jean-Baptiste kon op die herfstige dag niet bevroeden dat hij door deze inschrijving de grondlegger zou zijn van een geslacht van kunstschilders en kunsthandelaren op het hoogste niveau tot aan de dag van vandaag.

Op een tentoonstelling in Den Haag in 1811 trok zoon Andreas met drie kleine schilderijtjes de bijzondere aandacht van het publiek, een aandacht die hij tot zijn dood wist vast te houden met uitzonderlijk begaafd gemaakte schilderijen, aquarellen, etsen en tekenwerk.

Schelfhout leerde schilderen bij Joh. H. A.A. Breckenheijmer, toneeldecorateur van de Haagse Schouwburg, een gegeven waar de laatste allerminst prat op ging. Schelfhouts werk werd aangekocht door koningen, keizers, graven en tsaren.

Tussen 1810 en 1860 is Nederland in de ban van de romantische schilderkunst. Stadsgezichten, historiestukken en stemmige, ongerepte natuurlandschappen zijn de belangrijkste onderwerpen. De romantische kunst is sterk nationalistisch van karakter. De ijsgezichten van Andreas Schelfhout gelden nog steeds als het prototype van het Nederlandse landschap in de winter. Bevroren rivierlandschappen gestoffeerd met molens, schaatsende mensen en koek-en-zopie. Schelfhout was een meester in het schilderen van ijs. Met rake toets geeft hij schaatssporen in het ijs weer, met ijsblokken en schotsen op het ijs laat hij zien dat hij een meester is in de stofuitdrukking.

Andreas Schelfhout was tijdens zijn leven een gevierd kunstenaar. Hij hield een groot atelier waarin veel belangrijke (romantische) schilders werden opgeleid. Ook Johan Barthold Jongkind (1819-1891) werd rond 1838 opgeleid in het atelier van Andreas Schelfhout.

In 1848 schilderde hij paleis Het Loo, op uitnodiging van Koning Willem III en hij nam Jongkind daar mee naar toe.

Hij schilderde in hoofdzaak in zijn atelier, maar maakte eerst schetsen in de open lucht. Hij bewaarde deze schetsen in zijn boek Liber Veritatis (het boek der waarheid). Men kan hieruit afleiden dat hij ongeveer twintig schilderijen per jaar maakte, gekocht door zowel privé-verzamelaars als door het koninklijk hof. Dit boek gaat over 79 schilderijen, waarvan er 33 Nederlandse landschappen zijn, 24 wintertaferelen, 7 strandscènes en 12 zichten uit het buitenland. Hieruit leert men dat hij voor het eerst naar het buitenland reisde in 1825. Hij bezocht Frankrijk in 1833, Engeland in 1835 (met als doel de werken van Constable te bestuderen) en ook nog Duitsland.

Na deze reizen werd zijn kleurenpalet warmer en werd de keuze van zijn motieven meer gevarieerd. Hij kreeg meer een voorkeur voor weidse taferelen (zoals de duinen rond Haarlem). Hij geraakte ook geïnteresseerd in de verwezenlijkingen van de Industriële Revolutie.

Gedurende een halve eeuw domineerde Schelfout de Nederlandse kunstwereld. Al in 1825 maakte hij zijn eerste strandgezicht en hij was daarmee Mesdag een slag voor. Veelal maakte hij voorstudies in waterverf. Schelfhout heeft meer dan duizend schilderijen gemaakt, waarmee hij vele malen een zilveren of gouden medaille of een eervolle vermelding in de wacht sleepte.

Tot de leerlingen van Schelfhout behoorden Leickert, Roosenboom, J.B. Jongkind, J.W. van Borselen en Wijnand Nuyen. Ook op Weissenbruch had hij een inspirerende invloed. Schelfhouts kleinzoon Lodewijk Schelfhout ( 1881-1983) was eveneens schilder en graficus. Sommige schilderijen van A. Schelfhout zijn gestoffeerd door de veeschilder P.G. van Os.

Landschapsschilders als Andreas Schelfhout en B.C. Koekkoek stonden dicht bij de Romantiek. De contacten die Schelfhout onderhield met de Franse en Duitse romantici hebben er wellicht toe geleid dat zijn schoonzoon en leerling Wijnand Nuyen (1813-1839) als voorbeeld van de Nederlandse Romantiek wordt aangemerkt.

Andreas Schelfhout was een gevierd kunstenaar, dichters (Wap en Bilderdijk) zongen zijn lof, alle gekroonde hoofden van Europa bezochten zijn atelier, hoge onderscheidingen, prijzen en oorkondes waren zijn deel en hij was aan het hof van koningin Sophie een graag geziene gast, ook al omdat hij een geboren grappenmaker was die feilloos Haagse typetjes kon neerzetten door moeiteloos over te schakelen van zijn zangerige, zachte Vlaams op plat-Haags en bijvoorbeeld een parodie kon geven op koning Willem III, een parodie waarom koningin Sophie kon schateren van het lachen.

De auteur van de beroemde ‘Camera Obscura’, Hildebrand (Nicolaas Beets) schreef een gedicht over de ‘winterstukken’ van Schelfhout:

Blaast Schelfhout van ‘t bevlakte vlak*
De rijmkorst om den beukentak,
De sneeuwvlok over ‘t boerendak,
Bevriest hij kreek en waterplassen,
Ofschoon de Kreeft u sproeten stak,
Gij liet u door zijn kunst verrassen,
En wederspraakt uw almanak.

Maar schoon hij tak en twijg ontblaar,
De lauwer groent den kunstenaar;
Die ook erkent geen wisslend jaar,
Maar schudt op de ijskorst, die hij bouwde,
Een kroon van blaadren, frisch en zwaar,
Die groen blijft bij de felste koude,
En bij de sneeuwvlok van zijn haar.

* ‘t bevlakte vlak = zijn palet.

Een inderdaad ietwat vreemd gedicht, maar er valt de essentie uit te halen, dat Nicolaas Beets op winterlandschappen van Schelfhout bomen vol bladeren aantrof.

Musea:

Werken van Andreas Schelfhout  zijn in de meest belangrijke musea van Nederland te bezichtigen en o.a. te zien in musea als Rijksmuseum te Amsterdam, Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam, Dordrechts Museum, Teylers Museum te Haarlem, Museum Jan Cunen te Oss, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, Museum voor Schone Kunsten te Gent, Groeninge museum te Brugge, National Gallery te Londen, Wallace Collection te Londen en Tyne and Wear Museum.