Amsterdams Impressionisme (1890 – 1920)

Het Amsterdams Impressionisme is een laat-negentiende-eeuwse kunststroming.

In het Haagse atelier van Willem Maris werkte, in 1880, de toen twintigjarige George Breitner en het jaar daarop hielp hij Hendrik Willem Mesdag te Scheveningen, bij het schilderen van het daar bekende Panorama Mesdag. Na een korte opleiding bij Fernand Cormon in Parijs werd hij leerling van August Allebé in Amsterdam. Het Franse en het Haagse Impressionisme waren dus zijn basis geworden. Hij zou bekend blijven als de schilder van het Impressionisme noir en, ingevolge van zijn interesse voor de naturalistische literatuur, als de Zola van Amsterdam.

Andere Amsterdamse Impressionisten waren Floris Hendrik Verster, Isaac Israëls, Willem Bastiaan Tholen, Kees Heynsius, Willem de Zwart, Willem Witsen en Jan Toorop, die vriendschap sloot met de Belgische schilder James Ensor en medestichter werd van de Brusselse Les Vingt. Verder kunnen in dit verband ook nog de Amsterdamse Joffers genoemd worden.

Deze Amsterdamse schilders onderscheidden zich van de Haagse en Larense Scholen vooral door hun onderwerpkeuze, die uiteraard op het grootstedelijke leven was gericht.


> Terug naar stromingen overzicht